Een toets afnemen heeft alleen zin als je ook wat met de gegevens uit die toets kan. Een te moeilijke of te makkelijke toets geeft weinig informatie. Wanneer een leerling de toets minder goed kan maken vanwege een stoornis (moeite met concentreren, leesprobleem ed), geeft een toets nog steeds niet de informatie waar je naar op zoek bent. Maar ja, betekent dat automatisch dat je geen nieuwe informatie hebt? Je wilt wel een passend aanbod blijven bieden. Gelukkig is er genoeg wat je kan doen, in deze blog vertel ik je op welke manier je toch informatie uit de toets kan halen.
Dat betekent soms ook dat je hulp gaat bieden. Hoe je dat op een goede manier doet, lees je ook.
Wat doe je dan?
Als een toets niet goed weergeeft wat een leerling kan, mag je een paar aanpassingen doen. De toets aanpassen geeft een vertekend beeld, maar de toets niet aanpassen ook.
Denk bijvoorbeeld aan een leerling met dyslexie die prima kán rekenen, maar vastloopt op het lezen van de opgaven. Dat kan nooit de bedoeling zijn. Elke aanpassing moet dus goed afgewogen en vastgelegd worden.
De toetsaanbieders noemen zelf een aantal toegestane aanpassingen, zoals deze van CITO. Deze aanpassingen voor een groot deel van de leerlingen inderdaad hét verschil maken. Zij kunnen wel laten zien wat ze voor dat vakgebied kennen en kunnen. Helaas blijft er dan ook een groep leerlingen over die ook met de aanpassingen niet lekker uit de voeten kunnen met de aangeboden toetsen.
En dan?
Gelukkig is er al steeds meer mogelijk en zijn veel toetsen al adaptief. In de digitale toetsen zit al een aantal aanpassingen verweven.
Als deze onvoldoende passend blijken, wordt het tijd om af te wijken van de regels. Bewust ongehoorzaam.
Ik weeg, samen met leerkracht en soms met leerling en ouders, af welke aanpassing er voor zou zorgen dat wij zoveel mogelijk informatie uit de toets kunnen halen. De aanpassingen die we doen, noteren we bij het toetsresultaat. zodat we later altijd kunnen zien wat mogelijk heeft bijgedragen aan het behalen van de score. Wanneer je na het afnemen van een toets dan nog steeds geen goed beeld hebt. kun je ervoor kiezen om een andere toets af te nemen. Er komen steeds meer alternatieven die op een andere manier invulling geven aan de toets.
Heel vaak kies ik ervoor om erbij te gaan zitten, in plaats van een leerling de toets alleen te laten maken. Ik zie dan direct waar de leerling vastloopt en kan overschakelen op een diagnostisch gesprek. Tijdens het gesprek bied ik hulp op verschillende niveaus. Op die manier levert een lastige opgave dan toch veel informatie.
Niveaus van hulp
Wanneer een leerling echt vastloopt op een opgave, kun je zeggen: “jammer, deze stof wordt nog niet beheerst”.
Voor leerlingen met een reguliere ontwikkeling kan dat zeker, zij groeien op andere vlakken misschien meer en één gemiste opgave geeft nog steeds genoeg informatie om het aanbod voor de komende periode te plannen. Wanneer je leerlingen hebt met een afwijkende ontwikkeling, vind ik dit een gemiste kans. Want misschien komt de leerling toch wel een eindje op weg met de opgave en zie je wanneer je wat dieper graaft veel duidelijker wat je volgende stap moet zijn. Dat geeft, zeker voor leerlingen met een vertraagde leergroei, enorm veel informatie. En het is ook nog eens veel leuker om tijdens een oudergesprek of in een rapport die kleine stap die wél gezet is te benoemen.
Het Handboek diagnostiek in de leerlingbegeleiding geeft tips over hoe hulp te bieden bij een toets.
- Geef een vergelijkbare opgave. Soms lukt het met een andere opgave met makkelijkere getallen of een ander onderwerp wel. Mocht de leerling niet verder komen, ga je door met het tweede niveau van hulp
- Structureer de opgave. Maak het visueel door een tekening of model. Als dit niet voldoende is, gebruik dan concreet materiaal. Je stapt zo steeds lager in het handelingsmodel.
- Helpt structureren onvoldoende, bied dan de oplossingsstrategie. Kan een leerling de stappen van de procedure wel uitvoeren als hij weet welke strategie er gebruikt moet worden?
- Lukt dat niet? Doe dan de strategie hardop denkend voor. Leg daarna een vergelijkbare opgave voor die je samen doet. Vervolgens geef je de leerling een derde opgave die hij zelfstandig maakt.
Door het bieden van hulp houd je frustratie lager én je gebruikt de toets waar deze voor bedoeld is: namelijk het verzamelen van informatie over de vaardigheid van een leerling op een vakgebied. Dat cijfertje dat er daarna uitkomt, vind ik misschien wel het minst interessant.
Heb je een leerling geholpen bij de toets? Dan betekent dat meestal dat het aanbod ook een aanpassing kan gebruiken. Deze aanpassing bespreek je in een leerlingbespreking met de leerkracht.
Een goede voorbereiding is daarbij essentieel, help je collega’s met het voorbereiden van de leerlingbesprekingen en stuur vooraf een duidelijke informatiebrief. Op zoek naar een handig format? Download er een hieronder.